Beleidsplan Licht - Wegen

In ons Gemeentelijk Verkeer en Vervoer plan verdelen we de wegen in 3 soorten: stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen.
Stroomwegen zijn provinciale wegen zoals N801, 802 en de snelwegen A1 en A30. Deze zijn niet van de gemeente, maar van de provincie of Rijkswaterstaat.
Een gebiedsontsluitingsweg of doorgaande weg sluit vaak aan op de provinciale wegen. Erftoegangswegen zijn alle overige wegen (30, 50 of 60 km/uur). Op deze wegen gaat geen substantieel verkeer dat lange afstanden moet afleggen.
Bewust verlichten van wegen is natuurlijk maatwerk. Het is afhankelijk van de locatie, de invloed op de verkeersveiligheid en mogelijke lichthinder.

Verlichting bij wegen

We gaan voortaan zo om verlichting op de wegen:

  • Per type weg en per locatie bekijken we hoeveel licht wenselijk is.
  • Voor nieuwe situaties in het buitengebied geldt het uitgangspunt ‘Geen verlichting, tenzij’. Op kruisingen, in scherpe bochten en dergelijke kijken we eerst of een alternatief een goede oplossing biedt. Bijvoorbeeld belijning of een lichter wegdek.
  • We dimmen de verlichting zodra dit technisch kan (na vervanging).
  • Detectie passen we toe op locaties waar dat zinvol is en wanneer daar budget voor is.
  • Er komt bij vervanging niet meer licht op straat dan nu en we kijken of het licht wel echt nodig is. Dat doen we samen met gebruikers en aanwonenden.
  • De verkeersveiligheid bepaalt de keuze tussen wel of geen licht.
  • We kiezen voor oplossingen die het meest duurzaam zijn, die energie besparen en lichthinder verminderen.
  • Als we grotere veranderingen verwachten, dan stemmen we dit met gebruikers en omwonenden af.
  • Zo min mogelijk lichthinder.
  • We verlichten op maximaal 75% van de richtlijn.
  • Verlichting ontwerpen doen we integraal.

Verkeers- en sociale veiligheid

Op de gebiedsontsluitingswegen speelt verkeersveiligheid een belangrijke rol. In buurten en wijken is dat juist de sociale veiligheid (gevoel van veiligheid).

Wet- en regelgeving

We zijn niet verplicht om te verlichten. Er is een richtlijn: de NPR13201-A1 (2020). Hierin staat advies over de lichtsterkte op de weg. Wij verlichten op maximaal 75% van wat in de richtlijn staat. Net als andere gemeenten. Op doorgaande wegen is er wel wat meer licht.
In de richtlijn staat ook een advies over de hoeveelheid licht op 1,5m hoogte. Dit advies nemen we niet over, omdat er dan heel veel meer licht moet komen. Er zijn op die hoogte ook andere lichtbronnen zoals koplampen en etalageverlichting.
Wat we wel zoveel mogelijk aanhouden is de gelijkmatige verdeling van het licht op de weg. De bestaande afstand tussen de lantaarnpalen bepaalt hoe goed de verdeling kan zijn.

In het Gemeente Verkeer en Vervoer Plan staat dat verkeersveiligheid in kleine dorpen prioriteit heeft. Doorstroming van gemotoriseerd verkeer is van ondergeschikt belang.

Technieken

Als we licht dimmen, kunnen we in onze gemeente energie besparen.  Dat zien weggebruikers meestal niet. Op verschillende locaties dimmen we het licht al jaren na de spits en ’s nachts. Zonder klachten.

Een andere techniek is detectie. Dit is een systeem waarmee het licht standaard uit is of op een lage lichtsterkte brandt. Als er iemand aankomt gaat het licht aan of feller branden. Zodra de persoon voorbij is, gaat het licht weer uit of zachter branden. Dit is nog een duur systeem. Wanneer dit past in het budget en zinvol is op de betreffende locatie, dan gaan we dit gebruiken.

Hoeveelheid licht binnen de kom

Binnen de bebouwde staat op een aantal locaties veel openbare verlichting. Soms is dat niet nodig. Bijvoorbeeld op locaties waar alleen auto’s rijden. Hier bekijken we samen met de weggebruikers of we de verlichting kunnen verwijderen.

Integraal

Langs veel wegen staat openbare verlichting. Bomen worden groter. Als er dan een lantaarnpaal bij staat gaat het vaak mis. Door bij het ontwerp al goed te kijken waar een boom komt en hoe groot die wordt, is er straks op straat geen lantaarnpaal waarvan het licht door de boom tegengehouden wordt. Dit noemen we integraal ontwerpen.