Beleidsplan Licht - Verkeersveiligheid en sociale veiligheid

Als we over veiligheid spreken, is licht vaak een van de aspecten die daarmee te maken heeft. Licht is emotie en daardoor een beladen onderwerp. Ook overdag zijn er ongelukken en inbraken.
We verlichten wanneer dat voor de verkeersveiligheid nodig is. Daarnaast hebben we te maken met sociale veiligheid.

Licht en verkeersveiligheid en sociale veiligheid

We gaan voortaan zo om met licht en verkeersveiligheid en sociale veiligheid:

  • In nieuwe situaties: ‘Niet verlichten, tenzij’.
  • We houden ook rekening met de impact van licht op de omgeving. Bij het lichtontwerp kijken we  naar de hoeveelheid licht op de weg. Maar ook naar de verdeling van het licht op de weg. De verdeling van licht proberen wij zo goed mogelijk te krijgen in het centrum, woongebieden en op doorgaande wegen.
  • Voorkomen van schijnveiligheid op nieuwe locaties.
  • Samen  met inwoners bestaande situaties bespreken.
  • Geen parken, bossen, groenstroken, achterpaden of natuurgebieden verlichten.
  • We kiezen voor een kleur waarbij de gezichten herkenbaar zijn en de kleurweergave goed is in woonwijken en centrumgebieden.

Verkeersveiligheid

We spreken over verkeersveiligheid als we veilig van A naar B kunnen reizen. Het gaat over een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer. Hoe is de weg ingericht? Staan er veel obstakels? Zitten er veel onoverzichtelijke bochten in? Zijn er verschillende weggebruikers? Onder andere deze factoren hebben invloed op de verkeersveiligheid.

Om het zicht tijdens donkere perioden te verbeteren, kunnen we op sommige locaties openbare verlichting plaatsen. Maar er zijn betere alternatieven. Denk aan kattenogen of reflecterende belijning die het verloop van de weg goed weergeven.

Als er op een relatief donkere weg in de verte één lantaarnpaal schijnt, dan trekt ons oog daarnaartoe. We zien dan de weg niet goed meer.

Sociale veiligheid

Sociale veiligheid kunnen we onderverdelen in:

  • Objectieve sociale veiligheid: is meetbaar, zoals het aantal inbraken. Veel inbraken vinden overdag plaats als men even een boodschap aan het doen is en een raampje openstaat.
  • Subjectieve sociale veiligheid: is het gevoel van veiligheid. Dat is voor iedereen anders. Wat zijn de ervaringen? Hoe goed ken je de omgeving? Wat ben je gewend? Deze en nog veel meer factoren bepalen je gevoel van veiligheid. Sociale veiligheid is een stuk lastiger voor ons om mee om te gaan dan verkeersveiligheid.

De kleur van de verlichting bepaalt ook de sociale veiligheid. Bij sommige verlichtingskleuren lijkt alles rood, zoals bepaalde oranje kleuren. Op onderstaande foto zie je dezelfde kleur bakjes. De rechterfoto toont de werkelijke kleuren. Door de oranje verlichting lijken de bakjes allemaal oranje/rood.

Als  verlichting een oranje kleur heeft en er gebeurt wat, dan zien we dus niet de echte kleuren. Als er dan een calamiteit is, geven we misschien een verkeerde omschrijving.  We zorgen daarom voor een kleur die een goede weergave geeft en een goede gezichtsherkenning mogelijk maakt. Bijvoorbeeld wit.

Schijnveiligheid

Veel mensen geven aan zich veiliger te voelen als er licht is. Dat is hun gevoel. Maar is het werkelijk veiliger? Je kan wel iemand aan zien komen op de weg. Maar zijn er ook mensen in de buurt die kunnen helpen  als er wat gebeurt? Oftewel is er genoeg sociale controle? Als dat niet het geval is spreken we van schijnveiligheid. Wij willen dit zoveel mogelijk voorkomen door goed te kijken waar wel sociale controle is en op welke tijden. In bestaande situaties bekijken we samen met de inwoners wat de beste oplossing is.

Wanneer het nodig is om het overzicht van een gebied te verbeteren, passen we de weg of het groen aan.
Uitgangspunt is dat we geen parken, bossen, groenstroken, natuurgebieden en achterpaden verlichten. Er is op die locaties namelijk niet genoeg sociale controle.

Niet verlichten tenzij in nieuwe situaties

We kijken, in het geval van verkeersveiligheid, eerst of het wegontwerp anders kan. Wanneer dat niet mogelijk is en er behoefte is aan zicht op of van de weg, dan kijken wij of er goede alternatieven beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld passieve/actieve markering of reflectie.

Zijn er geen goede alternatieven en is er toch licht nodig, dan plaatsten wij verlichting die zo energiezuinig mogelijk is (passend binnen het beschikbare budget).
Kortom we kiezen ervoor om weloverwogen te verlichten.

We houden ook rekening met de impact van licht op de omgeving. Bij het lichtontwerp kijken we naar de hoeveelheid licht op de weg, maar ook naar de verdeling van het licht op de weg . De verdeling van licht proberen wij zo goed mogelijk te krijgen in het centrum, woongebieden en op doorgaande wegen.