Inrichtingsplan en type landschap
- Bij ruimtelijke plannen in het buitengebied en aan de rand van de bebouwde kom moet het inrichtingsplan passen bij het type landschap.
- De nieuwe bebouwing en de nieuwe beplanting moeten passen bij de kenmerken van het landschapstype.
- De gemeente stimuleert streekeigen beplanting.
- Streekeigen wil zeggen: rekening houden met de geschiedenis van het gebied, de kenmerkende bebouwing en beplanting.
- De gemeente heeft 4 landschapstypen, elk met streekeigen beplanting.
- De gemeente wil met u meedenken als u plannen maakt.
- Bekijk het landschaptype op de kaart(Verwijst naar een externe website).
Bebouwing
De plaats van de bebouwing volgt het hoogteverschil, de es en de weg. De bebouwing staat niet haaks ten opzichte van de weg en de voorzijde van de boerderij is niet altijd op de weg gericht. De bijgebouwen staan eveneens niet altijd haaks ten opzichte van elkaar. Boerderijen, voormalige boerderijen, woningen en overige bebouwing staan als het ware in een lint, een groene zone met doorzichten.
Beplanting
Houtwallen, laanbeplanting, bosjes. Langs dreven en wegen: bomen zoals eiken, beuken, lindes en kastanjes. Hagen langs onverharde wegen. Geen beplanting op de essen. Oude bouwlanden dienen open worden gehouden. Langs de rand van de es: houtsingels.
Tip
Houd de es open en maak de rand zo groen mogelijk. Plant er eiken of leg houtwallen en houtsingels aan. Draai de erfinrichting van een boerderij die met de achterzijde naar de weg gekeerd staat niet om. Plant langs stallen en schuren bomen en struiken in houtwallen of houtsingels.
Wat planten?
Houtwal en houtsingel
Zomereik aangevuld met ruwe berk en lijsterbes, en struiken zoals meidoorn, hazelaar, veldesdoorn, hondsroos, vuilboom, Gelderse roos en inheemse hulst langs een perceel.
Struweelhaag
Gecombineerde doornenhaag van meidoorn, sleedoorn, egelantier en hondsroos als perceelsrand. Of een gemengde haag met hazelaar, vogelkers, Gelderse roos, veldesdoorn, rode kornoelje, meidoorn, sleedoorn, kardinaalsmuts en hondsroos.
Geriefhoutbosjes
Gewone es, inheemse zwarte populier, hazelaar en berk.
Knotbomen
Eiken en essen in drogere gebieden.
Hoogstamboomgaard
Hoogstamfruitbomen met appel (Goudrenet, Notarisappel, Zoete Bloemée), peer (Clapps favourite, Beurré Hardy), pruim, (Reine Claude, D’Anthan, Reine Victoria) omhaagd door meidoorn.
Haag rond of bij de voortuin
Meidoorn, veldesdoorn, haagbeuk, liguster, beuk.
Haag rond of bij de fruitgaard/moestuin
Meidoorn of veldesdoorn.
Oprit
Zomereiken, op korte afstand van elkaar.
Voor de gevel
Leilinde, (lei)perenboom of knotlinde (zonzijde).
Solitaire boom op het erf
Hoogstamfruitbomen, sierappel of sierpeer, zomereik, linde, tamme kastanje, berk, walnoot of kers (meikers).
Naast het woonhuis
Boom of bomen zoals een tamme kastanje, linde of walnoot. Struiken Sering, boerenjasmijn, hulst, bessen.
Zie ook
Algemeen/bebouwing
Verkaveling met lange, rechte percelen. Het gebied is kleinschalig en sloten scheiden de percelen. Verspreide bebouwing.
Grondgebruik
Grasland.
Beplanting
Beplanting bestaat uit rijen knotwilgen, (knot)elzen en (knot)essen aan een of weerszijden van de sloot. De rijen bestaan uit één soort of soms een afwisseling in soorten. De bomen staan aan de lange en de korte kant van de kavels. Hier en daar staat een grote eik.
Wat planten?
- Knotbomen langs sloten en in lager gelegen delen van het gebied.
- Hoogstamfruitbomen met bijvoorbeeld appel, peer, pruim, walnoot of kers.
- Hagen rond of bij de voortuin of fruitgaard/moestuin (kies voor meidoorn, veldesdoorn en haagbeuk)
- Struiken zoals sering, boerenjasmijn en bessen
- Solitaire bomen (bijvoorbeeld es, els, wilg of populier)
Bebouwing
Boerderijen, voormalige boerderijen, woningen en overige bebouwing staan verspreid in het landschap. De voorgevels zijn op de weg gericht, de bijgebouwen staan achter (ten opzichte van de weg) het woongedeelte van de boerderij of de woning.
Grondgebruik
Grasland en bouwland komen beide veel voor. Beplanting Erfbeplanting bestaat uit een haag rond de voortuin, hoogstamfruitbomen en één of meerdere kastanjebomen. Weinig beplanting op het achtererf, maar wel streekeigen beplanting langs de kavelgrens, zoals elzensingels
Wij adviseren u om houtsingels aan te leggen in combinatie met de erfbeplanting. Probeer langs stallen en schuren bomen en struiken te planten in een houtsingel zodat ze beter in het omringende landschap opgaan.
Tip
Wij adviseren u om houtsingels aan te leggen in combinatie met de erfbeplanting. Probeer langs stallen en schuren bomen en struiken te planten in een houtsingel zodat ze beter in het omringende landschap opgaan.
Wat planten?
Elzensingels
Zwarte els langs percelen.
Houtsingel
Zomereik aangevuld met zachte of ruwe berk, zwarte els, lijsterbes en struiken zoals meidoorn, sleedoorn, boswilg, vogelkers en Gelderse roos langs percelen.
Knotbomen
Zwarte els, schietwilg en gewone es langs sloten en in lager gelegen delen van het gebied.
Hoogstamboomgaard
Hoogstamfruitbomen met appel (Goudreinet, Notarisappel, Zoete Bloemée), peer (Clapps favourite, Beurré Hardy), pruim (Reine Claude, D’Anthan, Reine Victoria) omhaagd met meidoorn.
Solitaire bomen op het erf
Hoogstamfruitboom, paardenkastanje.
Haag rond of bij de voortuin
Beuk, haagbeuk, liguster, veldesdoorn, meidoorn.
Haag rond of bij de fruitgaard/moestuin
Meidoorn.
Zie ook
Bebouwing
De plaats van de bebouwing volgt het hoogteverschil, een bestaand of voormalig bouwlandperceel en de weg. De bebouwing staat niet altijd haaks ten opzichte van de weg en de afstand tot de weg varieert. De bijgebouwen staan eveneens niet altijd haaks ten opzichte van elkaar en het perceel waarop een gebouw staat is niet altijd een vierkant of rechthoek. Boerderijen, voormalige boerderijen, woningen en overige bebouwing staan op zichzelf in het gebied. Dit is kenmerkend en karakteristiek voor het kampenlandschap. Er staan diverse boerderijen met een voorhuis met allure.
Tip
Als u het gebied wilt versterken kunt u het beste eiken en kleine bosjes, houtwallen of houtsingels aanleggen. Langs stallen en schuren kunt u ook bomen en struiken in houtwallen of houtsingels aanplanten. Een andere tip is om de erfinrichting van een boerderij die met de achterzijde naar de weg staat niet om te draaien. Dit is juist karakteristiek voor het kampenlandschap! Plant één of enkele parkbomen en plant een beukenhaag alleen in de voortuin. Bij een boerderij met allure past een gazon en enkele parkbomen in de voortuin en hagen en fruitbomen opzij.
Beplanting
Beplanting in het gebied is gevarieerd en bestaat onder meer uit eiken, essen en elzen (soms ook geknot). Dezelfde bomen staan ook in houtsingels en houtwallen aangevuld met inheemse struiken. Langs de sloten staan knotelzen en knotwilg.
Wat planten?
De meest voorkomende streekeigen boom- en struiksoorten voor het kampenlandschap en de plek op het erf en in het landschap waar u ze het beste aan kunt planten.
Houtwal en houtsingel
Zomereik aangevuld met ruwe berk en lijsterbes, en struiken zoals meidoorn, hazelaar, veldesdoorn, hondsroos, vuilboom, Gelderse roos en inheemse hulst.
In de omgeving van beken
Grauwe wilg, zwarte els, inheemse zwarte populier en inlandse vogelkers.
Struweelhaag
Gecombineerde doornenhaag van meidoorn, sleedoorn, egelantier en hondsroos als perceelsrand. Of een gemengde haag met hazelaar, vogelkers, Gelderse roos, veldesdoorn, rode kornoelje, meidoorn, sleedoorn, kardinaalsmuts en hondsroos.
Geriefhoutbosje
Schietwilg, gewone es, inheemse zwarte populier, zwarte els, hazelaar en ruwe berk
Knotbomen
Schietwilgen en zwarte elzen in natte gebieden, zomereiken en gewone essen in drogere gebieden.
Hoogstamboomgaard
Hoogstamfruitbomen met appel (Goudrenet, Notarisappel, Zoete Bloemée), peer (Clapps favourite, Beurré Hardy), pruim (Reine Claude, D’Anthan, Reine Victoria), walnoot of kers (meikers).
Haag rond of bij de voortuin
Meidoorn, veldesdoorn, beuk, haagbeuk en liguster.
Haag rond of bij de boomgaard/moestuin
Meidoorn of veldesdoorn.
Solitaire bomen op het erf
Zomereik, linde, tamme kastanje, walnoot en ruwe berk.